Skip to main content

De Bergrede heeft door de eeuwen heen tot tegenspraak geprikkeld. Geen toespraak is waarschijnlijk in de loop van de geschiedenis zo vaak onderwerp van gesprek geweest.“Een der schoonste boodschappen ooit de mensheid gegeven”, zo beschreef het Indisch Maçonniek Tijdschrift ruim een eeuw geleden de Bergrede, vindbaar in bijbelboek Mattheüs 5:1-12. Ze heeft discussies uitgelokt en met haar ‘lekenmoraal’ christenen en niet-christenen verlegen gemaakt met de vraag naar haar toepasbaarheid in het leven. Dit artikel belicht enkele lijnen waarlangs het gesprek over de Bergrede zich binnen Nederlandse maçonnieke kring heeft bewogen.

at het christendom in het verleden binnen de Nederlandse vrijmetselarij een andere plaats toegewezen kreeg dan vandaag, spreekt voor zich. In een toespraak gehouden in een rouwloge tijdens de oorlog in 1917 zei broeder J. Eigenhuis: “Dwaasheid, wekelijkheid, aanstellerij, mompelen velen. En toch: de Bergrede van Jezus, zijn gelijkenis van de barmhartige Samaritaan en zijn hele leven is de stimulans tot deze voortschrijdende meerdere bewustheid van het Eene Leven.” Voor de interpretatie van dit “wijs en liefdevol woord van Jezus”, “een van die gulden sieraden aan het snoer der oeroude kostbaarheden, waarmee een mens zich innerlijk tooien kan”, werd door Eigenhuis de bril van het ‘via crucis’ opgezet; het kruis, symbool voor de werking van de geest in de stof. Beeld van de strijd en het lijden, waardoor de stof zich aan de geest leert te onderwerpen. De overwinning van het hogere op het lagere dus, evenals de reiniging en verheffing van het lage tot hogere. Heel de christelijke levensbeschouwing van de Bergrede, met haar nadruk op de liefde en het innerlijke Godsrijk en de verhouding tussen vrijmetselarij en christendom, vielen door dit venster te lezen. Het was daarom

niets minder dan een maçonnieke roeping om de geest van de Bergrede te bewaren en door te geven. In die geest zocht de orde een middel om door dogmatische verschillen tussen Rome, Constantinopel en Genève uiteengehouden mensen te verbinden. Kerkelijke leerstukken hoorden immers buiten de loge te blijven.

Een caleidoscoop aan verhalen op een podium voor ontmoeting, bezinning en verdieping.