Skip to main content

Volgens Fred Corpeleijn  betekent ‘worden wie we zijn’ dat de vrije wil ons in staat stelt de keuzes te maken die gebaseerd zijn op de kennis van onze wijsheid.

De mens onderscheidt zich van het dier door zijn geestelijk leven, dat zowel verbonden is met als volledig gescheiden is van zijn lichamelijke of fysieke verschijning. Het geestelijk leven bestaat uit ons denkvermogen, ons  gevoelsleven, ons bewustzijn en wellicht ook uit het vermogen om op zelfstandige wijze te kiezen – in allerhande situaties. Dit resulteert in keuzes voor hoe we ons willen gedragen en wie we willen zijn. We spreken dan over het wilsvermogen of over de zogenaamde vrije wil.

Wijsheid en kracht als grootste drijfveer

De vrijmetselaar is van mening dat wijsheid in combinatie met kracht leidt tot het scheppen van een betere wereld. De meningen binnen de broederschap lopen echter uiteen over de vraag of iedere broeder zelf verantwoordelijk te stellen is voor het uiteindelijke resultaat, dan wel dat dit een kwestie is die onder de competentie van de Opperbouwmeester valt. Het gaat hier feitelijk over de vraag of de mens al dan niet de beschikking zou hebben over een vrije wil die hem in staat stelt daadwerkelijk in te grijpen in de loop der gebeurtenissen.

De vrije wil’ vormt ons tot wie we zijn. Daarbij moet het gegeven van een vrije wil niet synoniem gesteld worden aan dat we ons eigen leven volledig kunnen regisseren. Het is niet zo dat we alles kunnen bereiken ‘als we dat maar zouden willen’. De keuzevrijheid of de vrije wil heeft namelijk betrekking op de moraliteit die we in ons vaandel voeren, niet op het na te streven materiële of geestelijk succes in ons leven. Het is immers niet zo dat we alles kunnen bereiken, simpelweg door steeds de juiste keuzes te maken.

De vrije wil is van een andere entiteit en maakt dat we ervoor kiezen om, zoals dat in de vrijmetselarij genoemd wordt, getrouw te zijn aan onszelf. In die betekenis kan ook opgemerkt worden dat die vrije wil een element van goed/fout in zich draagt. Komt de keus die we maken tegemoet aan dat innerlijke morele kompas dat we in ons dragen (de goede keuze) of laten we ons bij de keuze leiden door de schittering en pracht en praal van het aanlokkelijke (de verkeerde keuze) en dat terwijl de stem in ons ons de andere kant uitwijst? In de vrijmetselarij heet het dat de stof de geest nog altijd overwint.

Lees het artikel van Fred Corpeleijn in Thoth ‘Woord en zin’.