Skip to main content

Vrouwen hebben nog een plek in de Orde van Vrijmetselarij, de grootste vrijmetselaarsorde van Nederland. Vorig jaar was het 300 jaar geleden dat ‘De Oude Plichten’ werd gepubliceerd. De publicatie is een kind van haar tijd. Driehonderd jaar geleden was de maatschappij anders ingericht dan nu. Een groot verschil met nu is dat de positie van een vrij persoon van goede naam toen uitsluitend aan vrije mannen was voorbehouden. Sinds 1723 is de inrichting van onze maatschappij aanzienlijk veranderd. Dit heeft ook consequenties voor de definitie van’ een vrij persoon van goede naam’.

Struikelblokken van een grotere orde

Artikel 5 van de Grondwet van deze orde geeft aan: “Als vrijmetselaar kunnen slechts worden aangenomen mannen, die” et cetera. Tijdens de comparitie over dit onderwerp gaf een van onze leden aan zich in gewetensnood te bevinden. Hoe was het mogelijk dat hij al zo lang lid was van een organisatie die vrouwen zo discrimineerde. Dat had hij zich nooit eerder gerealiseerd. Hij had het gevoel niets anders te kunnen doen dan de Orde te dekken. Langer lid blijven was voor hem niet verantwoord.

Gelukkig hebben wij ons lid voor de loge weten te behouden door hem te laten inzien dat hij deze kwestie als struikelblok kan beschouwen; een struikelblok dat er om vraagt te worden overwonnen. Binnen de loge hebben we besloten gezamenlijk aan dit struikelblok te gaan werken. Dit artikel vormt een verslag van de arbeid aan dit struikelblok tot nu toe.

Mannen en personen, betekenis van het woord

Ofschoon vrijmetselaren in de oude tijd vrije mannen’ waren, welke de betekenis hiervan ook mocht zijn, wordt het nu doelmatiger geacht ‘personen’ slechts te verplichten tot die godsdienst waarin alle mensen overeenstemmen, hun bijzondere meningen aan henzelf overlatende; dat betekent goede en oprechte personen te zijn, of personen van eer en rechtschapenheid, door welke benamingen of overtuigingen zij onderscheiden mogen worden; waardoor de vrijmetselarij het middelpunt van vereniging wordt en het middel om oprechte vriendschap te stichten tussen mensen die (anders) in voortdurende verwijdering (van elkaar) zouden gebleven zijn.’

Daarmee zou het voor vrouwen mogelijk worden lid te worden van een loge onder de Orde van Vrijmetselaren in Nederland.

Lees meer over dit struikeblok in Thoth ‘Woord en zin’.