“Wat we in onze loges toch hopelijk steeds weer oefenen als ‘compareren’, lijkt zijn weg helaas niet te vinden naar hoe men zich uitdrukt in een digitale context. Niks ruimte geven aan meerdere perspectieven, niks elkaar verrijken met nieuwe invalshoeken. In plaats daarvan elkaar de maat nemen, vliegen afvangen, en veel lelijke woorden.”
Eerlijk gezegd gedraag ik me op verschillende online fora eigenlijk een beetje als ‘voyeur’. Aan de ene kant wil ik zien en ervaren wat er wordt gedeeld en wat er dus leeft, maar aan de andere kant gaat het er meestal zo heftig aan toe dat ik me zelf niet durf te mengen in de uitwisselingen. Die escaleren
immers vaak zo snel dat ik niet goed zou weten hoe een en ander constructief te houden zou kunnen zijn. En dus kijk en lees ik, maar schrijven doe ik er niet. Overigens doet het me pijn dat dergelijke escalaties zich ook heel geregeld voltrekken op maçonnieke platforms.
Wat we in onze loges toch hopelijk steeds weer oefenen als ‘compareren’, lijkt zijn weg helaas niet te vinden naar hoe men zich uitdrukt in een digitale context. Niks ruimte geven aan meerdere perspectieven, niks elkaar verrijken met nieuwe invalshoeken. In plaats daarvan elkaar de maat nemen, vliegen afvangen en vooral weer: veel lelijke woorden. Het noopt soms echt tot schaamrood op de kaken.
Zo lijkt onze methode welhaast te verworden tot een “pakketje schroot, met een dun laagje chroom”, om het maar eens in de woorden van Henk Westbroek en Het Goede Doel te zeggen. Een akelig slecht visitekaartje, als je het mij vraagt. En dat terwijl de werkelijke beoefening van diezelfde methode de wereld zo veel te bieden zou moeten kunnen hebben. Ik heb niet zo gauw een oplossing voor deze zo
zichtbare ‘maçonnieke dissonantie’, maar het nodigt me wel steeds opnieuw uit om te blijven nadenken over wat taal vermag.
Lees meer van Ingrid de Bonth in Thoth 4, 2023