Skip to main content

De Spaanse maçonnerie is er een van constanten. In positieve zin worden die gevormd door de individuele sociale betrokkenheid van haar leden, het doorzetten van de liberale roeping en de toegankelijkheid voor broeders met vernieuwende gedachten. Constanten in negatieve zin zijn er ook: de persoonlijkheid van de sommige stichters, het gebrek aan structuren van een obediëntie, verdeeldheid en vervolging. Dat is trouwens ook de reden waarom de vrijmetselarij in Spanje zo politiek en sociaal kwetsbaar was, hetgeen de efficiëntie niet ten goede kwam. Uiteraard zijn obediënties en organisaties maar structuren. Maar ze zijn wel nodig, als katalysator van de individuele inspanning van de vrijmetselaar en de toewijding tot de vereniging van vrijmetselaars.

Al te vaak wordt de geschiedenis gemanipuleerd om eigen vergissingen en onbekwaamheid te maskeren. Dat is niet steeds het geval in Spanje. In haar historie heeft de Spaanse vrijmetselarij veel te maken gehad met verboden en vervolgingen. Dit heeft een belangrijke rol gespeeld in haar kwetsbaarheid. Of zoals werd gezegd door pater jezuïet José Ferrer Benimeli: “De geschiedenis van de vrijmetselarij in Spanje is er vooral één van vervolgingen.” Deze pater had privétoegang tot het maçonnieke archief dat onder het Franco-regime heimelijk werd bewaard in de katholieke universiteit van Salamanca. Na het einde van de dictatuur in 1973 publiceerde Benimeli hierover.

Lees het volledige artikel in Thoth 5 2023.