Skip to main content

Het is geheel natuurlijk dat de mens van de ene naar de andere fase groeit en zich ontwikkelt. Veel processen lijken ogenschijnlijk als vanzelf te gaan, terwijl andere een actieve ondersteuning nodig hebben van mensen die al eerder door een dergelijk proces zijn gegaan. In de spirituele tradities van de mens worden deze overgangen vaak gemarkeerd met een speciaal ritueel, de initiatie of inwijding. Tegenwoordig heeft dit begrip een enigszins obscure klank, maar het grondbegrip is heel zuiver. In het proces van menselijke ontwikkeling groeit de mens en wordt steeds opnieuw in een nieuwe werkelijkheid geplaatst met andere en veelal nieuwe verantwoordelijkheden. Wij kijken vanuit de nieuwe situatie mogelijk anders tegen oude en vertrouwde zaken aan. De initiatie helpt bij deze overgang en gaat verder dan dat wat woorden kunnen uitdrukken. 

Het Belang van Initiatie en Inwijding in Spirituele Tradities

De initiatie is een (eerste) stap op een nieuwe weg of op een fase van de weg en gebruikt een aantal essentiële elementen: de verbinding met de traditie waarvan de initiatie onderdeel is, de onderlinge verbondenheid van de mens die ingewijd wordt met de (oudere) mens die dit proces reeds doorlopen heeft, de kennisoverdracht en de symbolen en rituelen die de initiatie van een extra dimensie voorzien. 

Voordat we dieper ingaan op deze vier aspecten, is het van belang ons te realiseren dat er heel veel initiaties zijn die we tegenkomen in het dagelijks leven. We kunnen hierbij denken aan de huwelijksceremonie, de inwijdingen in verschillende tradities van jongeren op de leeftijd van tot jaar, de eerste en tweede communie in de katholieke traditie, maar ook in het beroepsleven komen zij voor, zoals de ceremonie met de aegging van de eed of belofte als men benoemd wordt tot arts et cetera. Meestal worden deze zaken niet als een inwijding beleefd, maar ze hebben wel degelijk kenmerken gemeen met initiatieceremonies. Een gemeenschappelijk kenmerk is bijvoorbeeld dat de mens die door dit proces heengaat na aoop een aantal verantwoordelijkheden op zich neemt die hij of zij daarvoor niet had, en als men ze al had, zijn ze nu een stuk bewuster geworden. 

Initiaties zijn dus gebruikelijker en wijder verspreid dan we meestal denken. Zoals al eerder opgemerkt rusten de meeste initiaties op tenminste vier pijlers: de traditie waaruit de initiatie is voortgekomen en welke zij tot een levende realiteit wenst te maken in het leven van de ‘nieuwe’ mens; het menselijke contact tussen degenen die zijn voorgegaan op de weg en degene die de weg wenst te betreden; de kennisoverdracht; de rituelen en symbolen die het proces maximaal moeten ondersteunen. Belangrijk is hierbij dat het niet een zuiver cognitieve of verstandelijke aangelegenheid is. De initiatie is erop gericht om een werkelijke transformatie te bewerkstelligen die het wezen van de mens raakt. 

Het is derhalve een ‘wordingsproces’ en niet het louter aanleren van een aantal vaardigheden. Vandaar dat de voorbereiding op de initiatie zo belangrijk is. Het grootste deel van de inspanning is gericht op de juiste voorbereiding om vervolgens door middel van de initiatie die stap mogelijk te maken die wij veelal niet op eigen kracht kunnen bewerkstelligen. We zullen eerst ingaan op de vier pijlers en vervolgens dieper ingaan op het proces van de juiste voorbereiding. 

De Essentiële Elementen van Initiatie: Traditie, Verbinding en Kennisoverdracht

De eerste pijler is de traditie. Deze pijler is essentieel, maar men moet hem niet zien als dogma. Het is het levende deel van de traditie in verbondenheid en met respect voor dat wat ons voorgegaan is. Toch wenst de traditie zich ook verder te ontwikkelen en heeft daartoe de mens nodig. In deze zin er is een wederkerigheid: de traditie heeft de nieuwe mens nodig en de mens de traditie. De initiatie bevestigt als het ware de levende verbinding tussen de traditie en de mens. Het is een teer en uiterst intiem proces en dit kan alleen maar tot stand komen als er veiligheid is, respect en liefde. Door dichters uit de verschillende tradities wordt het vaak beschreven als een ontmoeting van de individuele ziel met zijn collectieve counterpart, waarbij ‘het grote’ leidend wordt in plaats van ‘het kleine’; met andere woorden: het universele neemt de leiding over van het individuele of het ego. Men stapt als het ware in een grotere maat en volgt de regels en wetten die daarbij horen. Als wij kijken naar de verschillende tradities, dan valt op dat een groot deel van de leer en de aanwijzingen erop gericht zijn voorbij de wereld te komen die door ons ego wordt gedomineerd. Vanuit ons ego is er eigen belang en houden we maar beperkt rekening met de gevolgen van onze handelingen voor anderen. Het is een leven van ‘het hemd is nader dan de rok’, een leven van ‘geniet nu en betaal later’. Deze houding moeten we te boven komen. Dit is wat we vinden in de christelijke leer, in het boeddhisme, in het soefisme en in de Indiase vedanta en yoga. 

Een initiatie kan een mens helpen om een inke stap te zetten op zijn weg van menselijke ontwikkeling of innerlijke zuivering. De verbinding met de traditie is er dus op gericht de mens uit zijn ego-gebonden wereld te ver heen naar een grotere en ruimere wereld die gericht is op het welzijn van het geheel of, om met Boeddha te spreken, die gericht is op het welzijn van alle wezens, wat nog veel verder gaat dan het welzijn van alle mensen. 

Verbinding met een leraar

De tweede pijler is de verbinding van de aspirant met hen die de weg zijn voorgegaan. In de oude tradities werd dit veelal gesymboliseerd door de interactie tussen leerling en leraar. Deze traditionele verbondenheid met de leraar wordt meegenomen in de initiatie. Er zijn ook tradities die deze verbondenheid minder persoonlijk maken, maar de menselijke band tussen de aspirant en de meer ervaren en doorleefde mens komt nagenoeg altijd voor. In een enkel geval wordt de oudere meer ervaren mens vervangen door de natuur. Belangrijk hierbij is dat de mens leert dat hij of zij niet geïsoleerd is, maar juist zichzelf ziet als een schakel in een lange keten. 

Als we naar onze huidige tijd kijken kunnen we zien dat juist hier een probleem ligt voor de moderne westerse mens, die wel heel erg individualistisch georiënteerd is, waarbij we niet alleen het contact met onze medemens en de mensen die ons zijn voorgegaan verloren hebben, maar met de natuur die ons omringt en waarin we leven. De gevolgen van een dergelijk wereldbeeld kunnen we dagelijks in het nieuws lezen. 

Het is een natuurlijk gegeven dat we op een gegeven moment onze kennis en ervaring weer delen met de volgende generatie. Kennis en ervaring gaan veel verder dan wat woorden kunnen uitdrukken. Eigenlijk kan men stellen dat woorden slechts heel beperkt kennis kunnen overdragen. Probeer maar eens de smaak zout te beschrijven aan iemand die deze smaak niet kent. Ondanks het feit dat we heel goed weten hoe zout smaakt, kunnen we het met woorden niet voor elkaar krijgen. De simpelste oplossing is om iemand zout in de mond te geven. Deze handeling vereist wel een vertrouwensrelatie tussen de persoon die het zout kent en degene die wil leren wat zout is. Hier zien we wat de initiatie kan doen: het is een overdracht van kennis van mens tot mens, waarbij de ervaring belangrijker is dan de feitelijke kennisoverdracht. De kennisoverdracht is een onderdeel van het contact, maar het contact gaat veel verder. 

Kennis van een andere werkelijkheid

De derde pijler is de kennisoverdracht. Welke kennis willen we eigenlijk doorgeven? Welke ervaring is het belangrijkste? Het is kennis van een andere werkelijkheid. We willen de ogen en oren openen van degene die klaar en bereid is om uit zijn eigen wereld te stappen en het avontuur aan te gaan van het leven in een grotere, minder egocentrische wereld, waarbij andere waarden belangrijker zijn en de ons bekende waarden langzamerhand gaan ontkleuren en hun betekenis verliezen. De kennis die meegegeven wordt in de initiatie is een kennis die een universeel karakter heeft, tijdloos en niet persoonsgebonden. Het verbindt het individu met het geheel en het tijdelijke met het tijdloze. 

Feitelijk is het niet louter kennis die doorgeven wordt; het gaat om wat wij wijsheid zouden kunnen noemen, namelijk doorleefde kennis. Terwijl de aspirant misschien nog niet de kennis zelf helemaal heeft doorleeft, willen we hem tijdens de initiatie toch een voorproee geven van wat deze doorleefde kennis in zich draagt. Wij willen hem, om bij de metafoor van het zout te blijven, enig zout laten proeven. Dit proces activeert een van de hogere vormen van kennis die we als mens tot onze beschikking hebben, namelijk de kracht van inspiratie. Normaal gesproken kennen we deze kracht, maar hebben we niet de regie over de inspiratie. Het komt als het komt en als het er niet is, weten we veelal niet goed hoe deze kracht is op te wekken. Initiaties werken zonder uitzondering in op deze hogere vormen van kennis, waartoe ook intuïtie, openbaring en een bijzondere vorm, namelijk de profetie, behoren. Belangrijk is hierbij op te merken dat initiaties niet primair gericht zijn op het overdragen van (passieve) kennis, maar op het in contact brengen van de mens met een bepaalde, nieuwe kennis en hem of haar aanmoedigen zelf de weg te gaan en zelf te gaan ontdekken wat deze nieuwe kennis in het leven heeft te bieden. Het is derhalve meer een aanmoediging en neemt niet de regie over van het leven van de mens; in tegendeel: de mens wordt juist op zijn of haar eigen verantwoordelijkheid gewezen. 

 

De krachtige rol van rituelen en symbolen

Tot slot de vierde pijler: de macht en kracht van rituelen en symbolen. De verbinding met de traditie, de menselijke interactie tussen de jonge en de oudere mens en het openstellen voor doorleefde kennis, kunnen tijdens de initiatie slechts enkele druppels van de nieuwe wereld laten proeven. We zien slechts enkele aspecten en er is nog zoveel meer. Bovendien blijft het gevaar bestaan dat we de ervaring weer gaan vergeten. Ondank dat we misschien heel goed hebben ervaren wat de kracht van inspiratie is, het blijft een begin en we zijn veelal afhankelijk van andere factoren, buiten de mens gelegen, om deze kracht op te wekken. 

Het zal nog wel even duren voordat we de inspiratie zelf kunnen opwekken en dat het onderdeel wordt van het ‘dagelijks brood’. De zen-meester Hakuin beschrijft dit als volgt: “…Het is als de rijzende zon in het Oosten – hoewel de zon de bergen, rivieren en het land verlicht, worden wij nog niet verwarmd door haar licht.” 

Het gaat erom de herinnering levend te houden en de persoon aan te moedigen om de weg te vervolgen. Een initiatie is een begin, of misschien beter: een stap, maar het is zeker geen eindpunt. Het wordt vastgehouden in een besluit, namelijk het besluit om de initiatie te ondergaan en de consequenties ervan onder ogen te zien en er overeenkomstig naar te leven. 

De kracht van het symbool is enorm: “Een symbool kan meer zeggen dan duizend woorden.” Het gebruik van symbolen om de herinnering levend te houden en de kennis vast te houden is enorm. Iedereen kent deze kracht ongetwijfeld en herkent haar in kerken, tempels, moskeeën et cetera, maar niet alleen religieuze gebouwen gebruiken deze kracht. Symbolen komen voor in de kunst en in ons dagelijks leven. Vaak zijn we ons er niet eens bewust van hoeveel symbolen en rituelen ons omringen. Symbolen zijn niet alleen geladen met kennis, maar ook met emotie. Het is van belang dat men verbinding kan maken met zowel de kennis als de emotionele lading van het symbool. 

Talen die meer spreken

In de Indiase vedanta kennen we de verdeling van de taal in twee delen: het gesproken (en gedachte) taalsysteem en het zogenaamde mantra-systeem. Het eerste is het taalsysteem dat we gebruiken om met elkaar te spreken en kennis uit te wisselen. Het bestaat uit vier delen: () de diepe peilloze stilte waar nog geen klanken of woorden vorm hebben aangenomen; het domein van een emotioneel veld: de woorden zijn er nog niet, maar het gevoel wel. Het is als het ware de ‘kleur’ die aan de nog te vormen klanken en woorden wordt meegegeven. Zo kunnen we bijvoorbeeld boos zijn, hetgeen onze gedachten en woorden zal gaan kleuren, of juist heel erg in balans en in vrede, hetgeen onze komende gedachten en woorden op een geheel andere manier zal gaan ‘kleuren’. De volgende fase is die van de gedachten. We denken de woorden, maar spreken ze nog niet uit. Dit vindt pas plaats in de laatstefase, die van het gesproken woord. Iedere vorm van taal doorloopt deze vier fasen en het luisteren doorloopt het proces in omgekeerde volgorde. 

Naast dit systeem is er het zogenaamde mantra-systeem. Hier gaat het veel minder om de betekenis van de woorden. Het gaat meer om de innerlijke lading en het eect van de klanken. Mantra’s zijn geladen klanken of woorden. Het gaat hierbij veel meer om de emotionele betekenis dan om de letterlijke. 

We gebruiken allemaal in ons leven beide systemen. Het mantra-systeem is zeker niet voorbehouden aan de Oosterse filosofieën. Een goed voorbeeld is de mantra ‘mamma’. Het is maar heel beperkt een taalkundig woord met een betekenis. ‘Moeder’ is bijvoorbeeld een veel technischer term dan ‘mamma’. Het beeld dat ik heb bij ‘mamma’ kan heel anders zijn dan het beeld dat iemand anders hierbij heeft. Dit komt onder andere door de ervaringen die we hebben opgedaan met onze ‘mamma’. Hoe langer we hiernaar kijken, hoe meer we het mantrakarakter en de impact van deze mantra’s gaan ontdekken in ons leven. Namen van onze geliefden, onze kinderen, maar ook van ons land en volk et cetera hebben allemaal meer of minder deze mantra-kwaliteiten. Het is van belang zich te realiseren dat dit geen statische processen zijn. Mantra’s veranderen continu, afhankelijk van de ervaringen die we meemaken en hoe we de mantra laden. 

Voor een deel wordt deze lading meegegeven, bijvoorbeeld door de traditie waar de mantra uit voortkomt. Als we geen binding hebben met deze traditie, dan zal de mantra ons waarschijnlijk niet veel zeggen. Als we ons wel sterk verbonden voelen met de traditie waar de mantra voor staat, dan zal het eect geheel anders zijn. Verder is de wijze waarop de mantra tot ons komt van groot belang. Als hij ons wordt gegeven door een persoon in wie we veel vertrouwen in hebben of voor wie we liefde voelen, dan zal de positieve lading veel groter zijn dan wanneer we met deze persoon geen enkele binding hebben. Zo zijn er nog vele facetten te noemen die allemaal hun eect hebben op de lading van de mantra. Symbolen lijken sterk op mantra’s en hebben er veel mee gemeen. Ook zij worden geladen met betekenis en ook zij moeten worden ‘onderhouden’ om hun betekenis te behouden. 

De vier besproken aspecten van de initiatie zijn zeker niet de enige die van belang zijn, maar geven wel een beeld van het belang en de betekenis die initiaties hebben in het leven van de mens. Nogmaals: initiaties zijn er in vele vormen en zij zijn natuurlijker en ‘gewoner’ dan we meestal denken. 

Voorbereiding op in: Innerlijke zuivering en ontvangstbereidheid

Tot slot moeten we het belang van de voorbereiding op de initiatie behandelen. Dit is misschien voor de aspirant wel het meest belangrijke onderdeel. De voorbereiding en het traject dat uiteindelijk leidt tot een initiatie is van het grootste belang en dient zorgvuldig te worden doorlopen en soms ook te worden begeleid. Er zijn in de verschillende tradities vele poëtische beschrijvingen te vinden die allen doelen op het belang van deze voorbereidende fase. Zo is er het beeld van de koning die het land zelf ploeg de en klaarmaakte om een groot oer ritueel uit te gaan voeren. Wat is hiervan de betekenis? De koning die zelf het land ploegde… Een beeld dat misschien een gevoel van verbazing oproept. De koning heeft ongetwijfeld vele werkers die voor hem het land kunnen ploegen en hoogst waarschijnlijk is het ploegen van het land niet de dagelijkse arbeid van de koning. Toch is het essentieel dat de koning in het verhaal zelf het land ploegt. Het beeld is dat de aarde vrijgemaakt wordt van ongerechtigheden en obstakels die het zaaien en later het oogsten in de weg kunnen staan. Het is een zuiveringsproces. 

Dit ploegen van de aarde is een metafoor voor het innerlijk zuiveren en klaarmaken om te kunnen ontvangen. Wat moet er dan gezuiverd worden? De verschillende tradities zijn hier heel eenduidig over: namelijk het ons zuiveren van egocentrische en egoïstische motieven en drijfveren. Deze vormen de belangrijkste obstakels op het eerste deel van de weg tot menselijke ontwikkeling en zijn over het algemeen moeilijker te overwinnen dan we denken. 

In het beroemde Indiase werk de Bhagavad Gita is een vers opgenomen dat de aspecten van een goede voorbereiding heel nauwkeurig beschrijft. Het vers luidt: “Luister! Door nederige onderwerping, door onderzoek en door dienstbaarheid zullen de wijzen, die de waarheid zien, je wijsheid schenken.” (Bhagavad Gita). Misschien lijkt dit vers op het eerste gezicht niet zo bijzonder, maar toch draagt het een groot geheim in zich. De drie begrippen die genoemd worden, zijn kwaliteiten die de jonge zoeker moet ontwikkelen om de volgende stap in zijn of haar leven te kunnen maken. Nederige onderwerping is meestal niet een begrip waar we heden ten dage enthousiast van worden. De Gita is een heel oud geschrift en de klank van dit begrip was in de oude tijd heel anders dan in onze huidige tijd. Er wordt gedoeld op een houding van vertrouwen, van openheid, vrij van scepsis, om te kunnen onderzoeken. We staan als het ware al in verbinding met de traditie die bij ons hoort, en er is een diep vertrouwen dat deze traditie in zich draagt wat nodig is. Zolang er wantrouwen heerst en we vol twijfel en scepsis zijn, kunnen en mogen we niet geïnitieerd worden op welke weg dan ook. Eerst moet er aan de innerlijke houding van overgave gewerkt worden. Als deze er is, ligt de weg open. 

Toch is hiermee het verhaal niet af. Overgave alleen is niet voldoende zegt de Bhagavad Gita. Er moet ook een houding zijn om actief te onderzoeken. Niet alles zo maar passief, klakkeloos aannemen, maar actief onderzoek naar de waarde en reikwijdte van wat geleerd en ervaren wordt, is noodzakelijk. Vervolgens is er nog een derde kwaliteit, dienstbaarheid. Dit begrip verwijst naar de innerlijke houding om het geleerde en ervarene in de praktijk toe te passen, niet alleen voor het eigen welzijn, maar voor het welzijn van iedereen. Deze ‘cirkel van zorg’ zal zich geleidelijk aan steeds verder uitbreiden, en het proces gaat, in het algemeen, stap voor stap. Essentieel is en blijft dat er een grondhouding is om te zorgen voor onze omgeving en de mensen en wezens die daarin verblijven. Deze drie begrippen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden als het gaat om de juiste voorbereiding. Als dit bewerkstelligd is, is de aspirant klaar om te kunnen ontvangen. 

Hoe dit ontvangen gaat, wordt beschreven in het tweede deel van dit vers, namelijk dat de wijzen die de waarheid zien, de wijsheid zullen schenken. Wijsheid is hier niet louter kennis die wordt overgedragen. Feitelijk wordt er geen kennis overgedragen, maar wordt de mens herinnerd aan dat wat hij eigenlijk altijd al wist, maar is vergeten. En zo voelt het ook: een initiatie is een soort thuis komen. Een thuis dat we lang geleden verlaten hebben, en waaraan de herinnering grotendeels verloren is gegaan, maar gelukkig genoeg niet echt verloren is. Als de herinnering weer terugkomt, ervaren we wat het leven ons werkelijk te zeggen heeft en waartoe het leven ons oproept. Er schuilt een enorme belofte in ieder mens, die wacht om gewekt te worden. 

Tot slot: naast de juiste voorbereiding, de juiste initiatie, waarbij veel aandacht is voor de verschillende aspecten zoals beschreven, moet de aspirant die door het proces heen gaat, ook weerteruggevoerdwordennaardesituatievan het ‘gewone’, dagelijkse leven. Van hieruit moet namelijk de volgende stap gezet worden, hoe moeilijk dat ook is. Wij moeten leren onze vragen en wensen te leven. Dit laatste is misschien nog wel belangrijker dan het vinden van antwoorden en het realiseren van wensen. Zonder dit laatste aspect lopen we het gevaar dat we de actuele situatie, de werkelijkheid waarin we dagelijks leven, afwijzen en alleen maar verlangen naar die andere realiteit waar we even aan hebben mogen proeven. Het is een aanwijzing voor spirituele ontwikkeling om de huidige situatie te beschouwen als de juiste situatie om een volgende stap te zetten. Met andere woorden: de dagelijkse situatie is onderdeel van het ontwikkelingstraject dat wij allen doorlopen. Afsluitend kan deze sutra worden overwogen: 

Stap, stapIedere stap heeft in zichWat nodig is voor een volgende stap. 

Door Medhi Jiwa