Skip to main content


Die wekkende ervaring is het doel van de allusieve [zinspelende] methode van de vrijmetselarij. Het gaat niet om het uitwisselen van ‘weetjes’ of van wetenschappelijke feiten, het gaat om het doorgeven van een innerlijk weten in een ritueel waarin de mens wakker wordt. Het doel is transformatie; zoals het rituaal zegt: “Om beter mens te worden”.

Herboren

De rituele inwijding is voor veel mensen een piekervaring. Zoals iemand na een goede nachtrust tevreden kan uitroepen: “Ik voel me als herboren!”, zo leidt een goede inwijding als vanzelf tot de verbaasde vaststelling: “Ik voel me een ander mens.” Symbolisch ontwaakt de ingewijde in een nieuwe werkelijkheid, met nieuwe ruimte om vollediger mens te worden. Niet beter dan anderen, zo maakt de inwijdingsleider je al gauw duidelijk, maar beter dan je was, dus meer jezelf.

inwijdingsrituelen leiden tot zelfontdekking en groei


“Een inwijding is: het op een daartoe gunstig moment onder rituele plechtigheden van kosmische aard, deelgenoot maken van de geheimenissen van de band met Opperwezen en Gemeenschap, onder leiding van een namens beiden optredende koningsfiguur, die de volle verantwoordelijkheid, maar ook de volle macht heeft om de ritus te voltrekken en de Neophiet als lid der Gemeenschap te bevestigen.” Zo definieerde de grote maçonnieke voorganger – ik zou het bijna met beginkapitalen schrijven – Piet Pott inwijding ooit in dit tijdschrift.

Gezag


In onze extreem gedemocratiseerde tijd hoedt de achtbare meester zich er wel voor zich koning te wanen, maar in de voetsporen van Salomon demonstreert hij wat de koninklijke kunst van de vrijmetselarij vermag. Inwijdingsrituelen kunnen het gevaar in zich bergen dat de deelnemers zich na afloop verheven voelen boven degenen die er geen deel aan kunnen of mogen hebben. Voor je er erg in hebt, voel je je een graadje beter dan degenen die niet uitverkoren zijn, en sluit je je op in de symbolische gated community van het old boys’ network of het ‘uitverkoren volk’. Maar zo makkelijk komt de vrijmetselaar er niet vanaf: buiten de logemuren moet getoond worden dat de transformatie geslaagd is!

In het derde schilderij ziet de man de stier.


Vergelijk het met het beeldverhaal van de ’tien stieren’, in de twaalfde eeuw opgetekend door de Chinese monnik Kakuan. In tien gedichten en tien tekeningen worden de tien stadia van de reis naar de ultieme wijsheid verbeeld. Een man trekt door het land, over rivieren en langs onbetreden bergpaden, op zoek naar de stier. Hij raakt uitgeput en begint te wanhopen het dier ooit te vinden, maar dan ziet hij de afdrukken van zijn poten in het gras langs een rivier. Hij volgt het spoor en weet tenslotte met een geweldige krachtsinspanning het beest bij zijn staart te grijpen.

Beteugelen


Dan moet de stier getemd worden met zijn zweep en zijn touw, en als dit gelukt is, keert de man op de rug van de stier huiswaarts. Daar legt het dier zich te ruste en de man bergt zijn hulpmiddelen op. Terwijl hij zit te mediteren in het maanlicht, vergeet hij de stier, vergeet tenslotte ook zichzelf en gaat op in het al, de hemel, nirvana, of hoe het ook genoemd wordt. In het taoïstische voorbeeld dat aan de parabel van de tien stieren ten grondslag ligt, eindigt het verhaal hier. Maar Kakuan zag de transcendentie van de menselijke grenzen niet als het hoogst bereikbare. In zijn negende tekening beeldt hij de bron uit, waaraan al het bestaande ontspringt. En in de bijbehorende tekst zegt hij dat je net zo goed doof of blind kunt zijn, dat je je nergens druk over hoeft te maken, omdat het leven toch zijn gang gaat. “De rivier stroomt rustig verder en de bloemen zijn rood.”

Het Westen


Opgelucht werpt Kakuan alle filosofische ballast van zich af en noemt zijn tiende tekening ‘In de wereld’. En hij schrijft erbij: “Blootsvoets en met ontblote borst meng ik mij tussen de mensen van de wereld. Mijn kleren zijn gerafeld en gescheurd en ik voel me altijd even tevreden. Ik heb geen magie nodig om mijn leven te verlengen. Voor mijn ogen komen de dode bomen tot leven.”


Op de tekening wandelt de wijze man over de markt, leunend op zijn staf, met zijn buidel op zijn rug en met een glas wijn in zijn hand. Die markt, dat is het Westen. Dat is de plaats waar de vrijmetselaar kan bewijzen dat de transformatie gelukt is.